In de affaire rond de aanbestedingsprocedure van het regionaal openbaar vervoer in Limburg heeft een bekend advocatenkantoor de NS geadviseerd een nieuwe medewerker die over concurrentiegevoelige informatie beschikte, onopvallend in te zetten.

Dat blijkt uit het rapport van advocatenkantoor De Brauw over de aanbestedingsprocedure bij het openbaar vervoer in Limburg, dat minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem afgelopen vrijdag heeft vrij gegeven.

De zaak draaide om een procedure waarbij aan de ene kant vervoerder Veolia zijn concessie voor het openbaar vervoer in Limburg wilde behouden en aan de andere kant de NS de concessie wilde bemachtigen voor dochterbedrijf Abelio.

De procedure werd vanuit de NS voorbereid via een andere dochter, Qbuzz. In februari dit jaar kreeg NS-dochter Abelio de concessie van de provincie Limburg, maar die werd na bezwaarschriften van concurrenten Veolia en Arriva in juni dit jaar ingetrokken. Arriva kreeg de concessie.

NS huurde bedrijfsspion in

Uit nader onderzoek is gebleken dat de NS in 2014 een ex-directeur van Veolia heeft ingezet bij dochter Qbuzz tijdens de aanvraagprocedure. Deze ex-directeur beschikte over concurrentiegevoelige informatie.

In het verslag van De Brauw komt naar voren dat de NS bij een externe advocaat heeft getoetst in hoeverre het inhuren van de ex-directeur van Veolia juridisch door de beugel kon. Volgens het Financieele Dagblad gaat het om advocatenkantoor Kennedy van der Laan.

Non-concurrentiebeding

Het externe advocatenkantoor gaf in de correspondentie aan dat het non-concurrentiebeding waarschijnlijk nog geldig was. "Voor wat betreft de voorgestelde constructie merk ik het volgende op. In het non-concurrentiebeding staat duidelijk dat het [Medewerker X] niet is toegestaan om direct, dan wel indirect, werkzaamheden te verrichten binnen de sector waar Veolia werkzaam is. "

Vervolgens adviseerde het externe advocatenkantoor de medewerker bij Qbuzz, mocht hij daar actief worden, een rol achter de schermen te geven. "Het lijkt mij echter wel zaak om zeker in het begin ervoor te zorgen dat [Medewerker X] geen werkzaamheden voor Qbuzz verricht daar de ervaring leert dat werkgevers met name in het begin zeer alert zijn op overtredingen van non-concurrentiebedingen maar dat de aandacht in de loop der tijd 'verslapt'. Verder is het raadzaam om in de periode dat het nonconcurrentiebeding geldig is er voor te zorgen dat [Medewerker X], indien hij werkzaamheden verricht voor Qbuzz te trachten dit zoveel mogelijk achter de schermen te doen."

In een reactie geeft advocatenkantoor Kennedy van der Laan aan dat het kantoor nooit heeft geadviseerd om een bedrijfsspion in te huren. "Wij hebben vorig jaar de vraag gekregen om een juridische check te doen op de geldigheid van het non-concurrentiebeding. Wij waren niet betrokken bij de wijze waarop de medewerker door Qbuzz is ingezet om vertrouwelijke informatie te bemachtigen. Het verbod hierop is zo vanzelfsprekend dat wij dat in ons advies niet expliciet hebben benoemd, zoals wij dat ook tegen het FD hebben gezegd.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl